Nutrientennormen in veensloten: andere maten beter?

作者: W Twisk , O van Tongeren

DOI:

关键词:

摘要: De vierde Nota waterhuishouding biedt de mogelijkheid voor liet ontwikkelen vangebiedsgerichte nutriëntennormen, mits dc wateren blijven voldoen aan het laagste ecologische niveau. Bij tic ontwikkeling van deze normen is de aandacht m eerste instantie gericht op de vraag of de hoogte van de huidige nonnen zon moeten worden aangepast (zie voorgaand artikel van Heinis en Driesprong;. Het is echter ook zinvolnategaan o/de huidige maten, hetzomergemtddelde van N-en P-totaal, weldc bestemaatvonnen voorde matevaneutrofiëring. In een verkennende studie is ditnagegaan voorhet veeitweidcgebied van het Zuiveringsschap Hollandse Eilanden en Waarden. Ook is onderzocht m hoeverre het nuttig en nodig is om te kijken naar lictgecombinccrdc effect van stikstof en fosfor.Voor het afleiden van nutriëntennormen is een methodiek ontwikkeld, waarbij de relatie tussen nutriëntenconcentraties en het al dan met voldoen aan het ecologisch doel wordt gekwantificeerd1). De methode maakt gebruikt van logistische regressie, een vorm van regressie waarbij de kans wordt berekend op het voldoen aan het ecologisch doel bij verschillende concentraties. Deze logistische regressie is toegepast op gegevens uit de Krimpenerwaard, Alblasserwaard en Vijfheerenlanden2). Het merendeel van de waterpartijen in dit gebied zijn poldersloten en weteringen (hoofdwatergangen). De fysisch-chemische kwaliteit wordt getoetst aan de landelijke (MTR-) normen. Voor de ecologische kwaliteit is vooralsnog een regionale beoordeling van toepassing, het zogenaamde systeem voor grote-en kleine wateren.

参考文章(0)