Rapport 4 van het geo-archeologisch en paleontologisch onderzoek zandwingebied en buitencontour Maasvlakte 2

作者: M Kuitems , D De Loecker , T van Kolfschoten , W Borst , J van Doesburg

DOI:

关键词:

摘要: Sinds de tweede helft van de 19de eeuw worden er regelmatig pliocene, pleistocene en holocene faunaresten opgevist uit de Noordzee (Mol et al. 2008; Mol 2012). Dit resulteerde aanvankelijk in een verhoogde interesse voor het verzamelen van dierlijke fossielen, afkomstig uit verdronken paleo-landschappen. Door een intense en gestructureerde samenwerking tussen (semi-) professionele paleontologen/archeologen en de commerciële boomkorvisserij zijn er de laatste zes decennia duizenden botten geborgen van de Noordzeebodem (Heuff et al. 2010). Daardoor kan de Noordzee intussen gezien worden als één van de rijkste gebieden in de wereld voor het vinden van fossiel zoogdiermateriaal.De fossielen worden normaal gesproken opgevist door kotters die het materiaal als bijvangst in hun netten tegenkomen (oa Mol 1991; van Kolfschoten en Laban 1995; Mol en de Vos 1995; Glimmerveen et al. 2004; Mol et al. 2006, 2007, 2008; Mol en Post 2010; Mol 2012). Ook commerciële baggerwerkzaamheden, zoals grind-en zandwinning, voor de kust van Engeland en Nederland leverden een overvloed aan spectaculaire vondsten op (oa Peeters et al. 2009; Hublin et al. 2009; Wessex Archaeology 2010, 2011a en b). Naast de enorme hoeveelheid botmateriaal worden sporadisch vroeg/middenpaleolithische en vroeg-mesolithische artefacten aangetroffen (oa Louwe Kooijmans 1971; Verhart 1988, 1995, 2001, 2004; Glimmerveen et al. 2004, 2006; De Loecker 2010; Pieters et al. 2010; Hijma et al. 2011; Wessex Archaeology 2011a en b; Momber et al. 2011) en zeer uitzonderlijk komen er ook fossiele menselijke resten van de bodem van …

参考文章(0)